Toetsen en onderdelen
1
— Luidspreker
2
— Luistergedeelte
3
— Navi™-toets (bladertoets). Druk op de navigatietoets om
een selectie in te voeren en om naar links, rechts, omhoog en
omlaag over het scherm te bewegen. Druk op de bladertoets
en houd deze ingedrukt om sneller te bladeren. U gebruikt
de navigatietoets in combinatie met de functietoets om het
volume aan te passen.
4
— Selectietoets. Druk op de selectietoets om de functie uit
te voeren die boven de selectietoets op het scherm wordt
weergegeven.
5
— Beltoets
6
— Microfoon
7
— Laderaansluiting
8
— Backspace-toets
9
— Aan/uit- / Eindetoets. Druk op de toets om een oproep
te weigeren, actieve oproepen te beëindigen en in de
wachtstand te zetten, of om een ander profiel te activeren.
Houd de toets ingedrukt om het apparaat in of uit te
schakelen.
10
— Selectietoets
11
— Lichtsensor
12
— Hoofdtelefoonaansluiting
1
— Home-toets
2
— Contactentoets
3
— Agendatoets
4
— E-mailtoets
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
13
1
— Functietoets. Als u cijfers of tekens die grijs op de toetsen
staan weergegeven wilt invoeren, houdt u de functietoets
ingedrukt en drukt u op de betreffende toets, of u houdt
alleen de betreffende toets ingedrukt.
2
— Shift-toets. Als u wilt wisselen tussen kleine letters en
hoofdletters, drukt u op de Shift-toets.
3
— Chr-toets. Met de Chr-toets kunt u tekens invoeren die
niet op het toetsenbord staan.
4
— Ctrl-toets. Hiermee kunt u toegang krijgen tot de
sneltoetscombinaties van de Ctrl-toets, zoals Ctrl + C.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
14