Geavanceerde instellingen voor
WLAN-toegangspunten
Selecteer
Menu
>
Instrumenten
>
Instell.
>
Verbinding
>
Toegangspunten
.
Nadat u de basisinstellingen voor het toegangspunt voor
draadloze LAN-netwerken hebt ingesteld, selecteert u
Opties
>
Geavanc. instell.
en definieert u de volgende
geavanceerde instellingen:
•
IPv4-instellingen
— Voer het IP-adres en
naamserveradres (DNS) van het apparaat in voor het IPv4-
internetprotocol.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
72
•
IPv6-instellingen
— Selecteer of typ de
naamserveradressen voor het IPv6-internetprotocol.
•
Ad-hoc kanaal
— Het kanaal wordt meestal automatisch
gekozen. Als u het kanaalnummer (1-11) handmatig wilt
invoeren, selecteert u
Door gebr. gedef.
.
•
Proxyserveradres
— Voer het adres van de proxyserver
in.
•
Proxypoortnummer
— Voer het poortnummer van de
proxyserver in.