Een internettoegangspunt is een verzameling instellingen,
die bepaalt hoe het apparaat een gegevensverbinding met
het netwerk tot stand brengt. Als u e-mail en
multimediadiensten wilt gebruiken en webpagina's wilt
weergeven, moet u eerst toegangspunten voor deze
diensten definiëren.
Mogelijk zijn sommige of alle toegangspunten voor uw
apparaat vooraf door uw serviceprovider ingesteld. U kunt ze
dan niet zelf maken, bewerken of verwijderen.
Een internettoegangspunt voor
packet-gegevens instellen
(GPRS)
1. Selecteer
Menu
>
Instrumenten
>
Instell.
>
Verbinding
>
Toegangspunten
.
2. Selecteer
Opties
>
Nieuw toegangspunt
om een nieuw
toegangspunt te maken, of selecteer een bestaand
toegangspunt in de lijst en vervolgens
Opties
>
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
70
Toegangspt dupliceren
om het toegangspunt te
gebruiken als basis voor het nieuwe toegangspunt.
3. Definieer de volgende instellingen:
•
Naam verbinding
— Voer een omschrijvende naam
in voor de verbinding.
•
Drager gegevens
— Selecteer
Packet-gegevens
.
•
Naam toegangspunt
— Voer een naam voor het
toegangspunt in. Deze naam wordt meestal verstrekt
door uw serviceprovider.
•
Gebruikersnaam
— Voer uw gebruikersnaam in als
de serviceprovider dit vereist. Gebruikersnamen zijn
gewoonlijk hoofdlettergevoelig en worden verstrekt
door de serviceprovider.
•
Vraag om wachtw.
— Selecteer
Ja
om uw
wachtwoord in te voeren telkens wanneer u zich bij
een server aanmeldt, of selecteer
Nee
om het
wachtwoord op te slaan in het geheugen van uw
apparaat en de aanmelding te automatiseren.
•
Wachtwoord
— Voer uw wachtwoord in als de
serviceprovider dit vereist. Het wachtwoord is
gewoonlijk hoofdlettergevoelig en word verstrekt
door de serviceprovider.
•
Verificatie
— Selecteer
Beveiligd
om uw
wachtwoord altijd gecodeerd te verzenden, of
selecteer
Normaal
om uw wachtwoord gecodeerd te
verzenden indien dit mogelijk is.
•
Homepage
— Geef het webadres op van de pagina
die u als startpagina op het scherm wilt weergeven
wanneer u dit toegangspunt gebruikt.
4. Nadat u de instellingen hebt gedefinieerd, selecteert u
Opties
>
Geavanc. instell.
om de geavanceerde
instellingen te definiëren of
Terug
om de instellingen op
te slaan en af te sluiten.
Geavanceerde instellingen voor
internettoegangspunten voor
packet-gegevens (GPRS)
Selecteer
Menu
>
Instrumenten
>
Instell.
>
Verbinding
>
Toegangspunten
.