beveiligingsinstellingen
Selecteer
802.1x
als WLAN-beveiligingsmodus.
Met
802.1x
worden apparaten in een draadloos netwerk
geverifieerd en geautoriseerd. Als het autorisatieproces voor
een apparaat mislukt, krijgt het desbetreffende apparaat
geen toegang tot het netwerk.
Selecteer
WLAN-beveil.instell.
en maak een keuze uit de
volgende opties:
•
WPA/WPA2
— Selecteer
EAP
(Extensible Authentication
Protocol) of
Vooraf ged. sleutel
(een geheime sleutel
voor apparaatidentificatie).
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
134
•
Instell. EAP-plug-in
— Als u
WPA/WPA2
>
EAP
hebt
geselecteerd, geeft u aan welke EAP-plug-ins op uw
apparaat voor het toegangspunt moeten worden
gebruikt.
•
Vooraf ged. sleutel
— Als u
WPA/WPA2
>
Vooraf ged.
sleutel
hebt geselecteerd, voert u de gedeelde
persoonlijke sleutel in waarmee uw apparaat kan worden
geïdentificeerd in het draadloze LAN-netwerk waarmee u
verbinding maakt.